Voor hetzelfde geld…

vergroot je de
leefbaarheid
in de buurt

Wout weet dat één gesprek verschil kan maken. Als wijkconsulent ziet hij de impact van kleine gebaren én stevige keuzes. Van huurders met schulden tot burenruzies: hij schakelt tussen bewoners, gemeente en zorg. Zijn doel is helder: zorgen dat mensen weer prettig kunnen wonen.

Interview Wout Aarntzen featured person

Je werkte eerder interim bij woningcorporaties. Waarom nu een vaste baan?

‘Klopt, via detachering werkte ik op allerlei plekken en had ik verschillende functies. Dat was leuk, maar ik kreeg behoefte aan meer vastigheid en minder reistijd. Toen ik deze vacature bij een woningcorporatie op nog geen half uur rijden zag, wist ik: dit is het moment. En naast de vaste standplaats kreeg ik er ook prima arbeidsvoorwaarden bij, zoals een salaris dat vergelijkbaar is met mijn vorige commerciële baan, opleidingsmogelijkheden en de vrijheid om mijn werk zelf in te delen. Dat maakt het totaalplaatje heel aantrekkelijk.’


Je hebt facility management gestudeerd. Hoe ben je in deze sector terechtgekomen? 

‘Na mijn studie wist ik nog niet precies wat ik wilde. Toen kwam ik een traineeship Wonen en Vastgoed tegen. Daar leerde ik de corporatiewereld kennen. Wat me aansprak, was de maatschappelijke betrokkenheid. Je kunt iets doen voor mensen met een kleine beurs, en soms zelfs echt het verschil maken in iemands leven. Dat gevoel kreeg ik al bij mijn eerste huisbezoeken.’


Wanneer merkte je voor het eerst dat dit werk echt bij je past? 

‘Dat was toen ik een bewoner met financiële problemen op weg kon helpen. Iemand die door schaamte en stress het overzicht kwijt was. Door rustig te luisteren en hulpverlening in te schakelen, zie je dat iemand weer wat lucht krijgt. Dat zijn momenten waarop ik denk: ja, hier doe ik het voor.’


Wat zeg jij op een verjaardag als iemand vraagt: “Wat doe jij eigenlijk de hele dag?” 

‘Ik vertel dat geen dag hetzelfde is. De ene dag help ik bewoners na een woningbrand. Niet alleen de getroffen bewoners, maar ook de buren die vragen hebben of bezorgd zijn. De andere dag werk ik aan het verbeteren van de leefbaarheid in een appartementencomplex waar mensen elkaar niet kennen. Dan zetten we bijvoorbeeld onze bus neer, schenken koffie en brengen buren met elkaar in gesprek. 

Wijkconsulent Wout Aarntzen

Wijkconsulent Wout Aarntzen

Soms zijn mensen in eerste instantie wat terughoudend, maar gaan ze uiteindelijk met een glimlach en nieuwe contacten naar huis.

Met welke maatschappelijke uitdaging voel je je het meest verbonden? 

‘Met leefbaarheid. Een woning is belangrijk, maar prettig wonen gaat verder. Het gaat erom dat mensen zich thuis voelen, dat buren elkaar groeten, dat er contact is. In sommige complexen moet je dat echt stimuleren, en dat vind ik juist mooi werk.’


Wat leer je hier wat je nergens anders leert? 

‘Dat je in korte tijd kunt schakelen tussen totaal verschillende werelden. Het ene moment zit je bij iemand met schulden, het volgende moment heb je overleg met politie of gemeente over een overlastsituatie. Je leert naar beide kanten van een verhaal te luisteren. Soms kom je binnen voor een lastig gesprek, maar word je ontvangen met koffie en eten. Dat breekt ook je eigen beeldvorming open.’


Kun je een situatie noemen die je bij is gebleven?

‘Een bewoner met een flinke huurachterstand en schulden bij nutsbedrijven. Mijn collega van Huurzaken kreeg geen contact, dus ging ik langs. Ze liet me binnen, vertelde dat ze net gescheiden was en nooit eerder de financiën had gedaan. Ik hielp haar ter plekke met het mailen van haar ID voor bewindvoering en het handmatig overmaken van de huur. Een klein half uurtje werk, maar voor haar een enorme stap. Later stuurde ze een appje dat ze mijn bezoek haar veel rust had gegeven.’


Wat maakt jouw werk soms zwaarder dan mensen denken? 

‘De emotionele kant. Je krijgt te maken met heftige situaties, zoals ernstige overlast. Ik heb bijvoorbeeld een dossier waarbij een bewoner zwaar verslaafd is aan GHB, naast een ouder echtpaar van in de tachtig. In de eerste drie weken dat hij daar woonde, is de politie een aantal keer langs geweest. Ik heb hem toen uitgenodigd voor een gesprek en duidelijk de keuze gegeven: zelf opzeggen of via de rechter. Hij koos voor opzegging. Ondertussen blijf ik contact houden, ook met de buren, die door de stress zelfs te maken kregen met gezondheidsproblemen. Met bloemen, een kaartje en regelmatige koffiebezoeken probeer ik in contact te blijven. Zo’n situatie los je nooit alleen op; het gaat altijd samen met gemeente, politie en zorgpartijen. 


Als het lukt om beweging in zo’n dossier te krijgen, geeft dat zeker voldoening.

En wat weet bijna niemand van buitenaf? 

‘Hoeveel werk en overleg er achter een situatie zit. Mensen zien misschien dat de overlast stopt, maar niet dat er wekenlang wordt afgestemd, dat je huisbezoeken doet, dat je brieven maakt en persoonlijke gesprekken voert. Ook weten veel mensen niet hoe gastvrij bewoners vaak zijn, zelfs als je komt voor iets vervelends.’


Wat zou je tegen mensen zeggen die twijfelen of dit werk wel aantrekkelijk is?

‘Dat je het voor de arbeidsvoorwaarden zeker niet hoeft te laten. Maar vooral dat je aan iets wezenlijks werkt. Je ziet direct het effect van wat je doet in de wijk en bij mensen thuis. Dat vind ik meer waard dan welke bonus in de commerciële sector dan ook.’


Waar ben je het meest trots op? ‘

'Op momenten waarop ik zie dat bewoners weer prettig kunnen wonen. Dat kan een overlast zijn die is opgelost, maar ook iets simpels als buren die dankzij een koffiemoment elkaar voor het eerst écht leren kennen. Het zijn alle kleine overwinningen die samen een groot verschil maken.’


Bekijk meer verhalen