Voor hetzelfde geld…
Frank stapte over van de commerciële vastgoedwereld naar de corporatiesector en vond er betekenisvol werk en afwisseling. Als planner dagelijks onderhoud zorgt hij dat huurders snel worden geholpen. Hij ziet dagelijks hoe belangrijk woongenot is en ontdekt hoeveel impact zijn werk echt heeft.
‘Drie jaar geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met de corporatiesector. Ik werkte bij een commerciële vastgoedpartij. We beheerden luxe huurwoningen voor particuliere eigenaren. Interessant werk, maar wel erg gericht op rendement. Ik merkte dat ik juist de momenten het leukst vond waarop ik huurders kon helpen. Dat bleef in mijn hoofd hangen. Toen ik de vacature voor mijn baan zag, dacht ik: dáár is waar het om draait. En dat klopte. Ik ben blij dat ik die stap heb gezet.’
‘Tijdens mijn vorige baan had ik al contact met huurders. Vaak kwamen ze naar mij toe met problemen, en ik merkte dat ik er voldoening uit haalde om dat op te lossen. Het idee dat iemand weer fijn kan wonen omdat jij iets hebt geregeld voelde goed. Nu is dat gevoel veel sterker. Hier draait het niet om rendement, maar om mensen.’
‘Wij krijgen alle meldingen binnen die gaan over klein dagelijks onderhoud. Een lekkende kraan, een radiator die niet werkt, een verstopping, een kleine lekkage zijn de meest voorkomende problemen in een woning. Het KCC zet de melding door en vanaf dat moment gaan wij aan de slag: we plannen vakmannen in, schakelen met aannemers, volgen op of de afspraak is nagekomen en houden contact met de bewoner. Het klinkt soms alsof je simpelweg “een planning maakt”, maar in werkelijkheid loopt alles door elkaar. Je kunt om 08.00 uur binnenkomen en meteen een grote kwestie op je bord krijgen, terwijl er al tien kleinere meldingen binnenstromen. Het is constant schakelen en dat maakt het leuk.’
‘Dat is echt een wereld van verschil. In de commerciële sector zaten we veel meer aan de kant van de eigenaar. Huurders kregen wel hulp, maar binnen strakke grenzen. Hier gaat het om mensen en hun woongenot. We willen écht iets oplossen. Je wil dat iemand veilig en prettig kan wonen. Dat maakt het werk menselijker, warmer en eigenlijk ook belangrijker.’
‘Veel beter dan mensen denken. Eerlijk: ik ben er zelfs op vooruitgegaan. Het salaris is goed, je hebt veel vrije dagen en je kunt gebruikmaken van regelingen als een fietsplan of sportbudget. Mensen denken vaak dat een corporatie oubollig is of weinig biedt, maar dat klopt niet. De arbeidsvoorwaarden zijn hier gewoon goed geregeld. En dat geeft rust.’
‘Ik leg uit dat we bezig zijn om woningen leefbaar, veilig en comfortabel te houden. Dat we met anderen samenwerken – bewoners, vakmannen, aannemers – om problemen op te lossen. Geen dag is hetzelfde. Je hebt je lijstje, maar er komt altijd van alles tussendoor.’
‘Met het oplossen van de praktische problemen van huurders. Die zijn misschien klein in vergelijking met thema’s als woningnood, maar ze hebben enorme invloed op iemands dagelijks leven. Een lekkage die al jaren speelt, een badkamer die nooit goed is hersteld: dat soort zaken kunnen mensen radeloos maken. Dan is het aan ons om die uitdaging op te pakken. En dat voelt betekenisvol.’
‘Ik probeer altijd rustig te blijven. Mensen maken zich soms heel druk en dat is begrijpelijk. Als je bijvoorbeeld al weken met een probleem zit, wordt de frustratie steeds groter. Soms komt iemand kwaad binnenstappen. Dat is best heftig. Gelukkig hebben we collega’s die heel goed zijn in dit soort gesprekken. Uiteindelijk willen we hetzelfde: het probleem van de huurder oplossen.’
Frank Heusinkveld
Uiteindelijk willen we hetzelfde: het probleem van de huurder oplossen.
‘Dat dit werk veel dynamischer is dan je van buiten ziet. Mensen zien het gebouw en denken misschien dat we vastgeplakt achter een bureau zitten. Maar in werkelijkheid is het constant schakelen. Je bent telefonisch met een probleem bezig, terwijl er iemand aan je bureau staat, terwijl ondertussen de planning moet worden aangepast. Behoorlijk hectisch soms.
‘Dat ik zó snel kan schakelen en plannen. In mijn vorige baan deed ik dat minder. Hier moest ik die vaardigheid ontwikkelen en dat ging eigenlijk heel snel. Ik kan nu snel overzicht houden, prioriteiten stellen en beslissingen nemen. Dat had ik niet van mezelf verwacht.’
‘Dat het nooit stopt. Je kunt denken: ik werk mijn takenlijst af, klaar. Maar zo werkt het niet. Je kunt midden in een planning zitten en dan komt er al iemand met een spoedmelding binnengelopen. Soms is het veel tegelijk en moet je de rust bewaren. Dat kan best pittig zijn.’
‘Snel schakelen, omgaan met lastige situaties, en vooral: dicht bij mensen staan. Je leert hier dat woongenot zó belangrijk is voor iemands welzijn. En je leert hoe je daarin het verschil kunt maken.’
‘Dat ik huurders echt kan helpen. Dat ik eraan bijdraag dat iemand weer fijn kan wonen. Het klinkt misschien simpel, maar het is zo belangrijk. Ik roep het niet van de daken, maar het geeft me wel trots.’